Als werknemers ziek worden zijn er natuurlijk al genoeg zaken waarmee u te maken krijgt, zoals de verplichte loondoorbetaling over de eerste 104 weken. Maar vergeet ook niet om aandacht te besteden aan de eventuele vaste reiskostenvergoeding! Die mag u namelijk niet zomaar onbelast laten doorlopen.
Als het ernaar uitziet dat de werknemer wegens ziekte een tijdje uit de running zal zijn, mag u de vaste reiskostenvergoeding stopzetten. Hierbij moet u uiteraard wel de arbeidsvoorwaarden en eventuele cao-bepalingen in acht houden. U hoeft deze vergoeding niet per se (meteen) stop te zetten. Als u maar bedenkt dat u de vaste reiskostenvergoeding bij ziekte fiscaal gezien slechts onbelast mag doorbetalen in de lopende en eerstvolgende maand. Bij langdurige ziekte mag u de onbelaste vaste reiskostenvergoeding pas weer gaan betalen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand van herstel. Dat betekent dat als een werknemer slechts een korte periode ziek is, bijvoorbeeld drie weken, u de vaste reiskostenvergoeding zonder problemen onbelast kunt doorbetalen.
Voorbeeld
Stel dat een werknemer zich op 15 juni ziek meldt vanwege een verkoudheid. Hij knapt op en gaat weer aan de slag maar meldt zich op 7 juli weer ziek. Dit keer ziet het ernaar uit dat de werknemer langere tijd afwezig zal zijn. In dit geval is er op 15 juni redelijkerwijs sprake van kortstondige afwezigheid zodat u de vaste reiskostenvergoeding onbelast kunt doorbetalen. Op 7 juli is er redelijkerwijs een langere afwezigheid te voorzien zodat u de reiskostenvergoeding over de maanden juli en augustus onbelast kunt doorbetalen. Als de werknemer op 11 oktober weer aan de slag gaat, mag u de vaste reiskostenvergoeding pas per 1 november weer onbelast gaan betalen. Bron: SalarisRendement